Bent u leerkracht van groep 1 en 2, werkt u met kinderen uit deze groep of zit uw kind in de kleuterklas? Dan kunt u signaleren of er kinderen zijn die wellicht lees- en spellingsproblemen gaan ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat deze problemen te voorspellen zijn door verschillende factoren.
- In de familie komt dyslexie voor. De kans is dan groter dat een van de kinderen ook dyslexie gaat ontwikkelen.
- Het kind heeft moeite met de uitspraak van bepaalde klanken, kan nog geen goede zinnen maken of heeft een kleine woordenschat.
- Het kind heeft moeite met:
– het hakken en plakken van letters en woorden (de auditieve analyse en synthese)
– het herkennen van een klank in een woord (foneemidentificatie)
– het verklanken van een woord als er een letter wordt weggelaten of toegevoegd (foneemmanipulatie) - het kind kan letter-klankkoppelingen niet goed onthouden
- Hij kan letter, kleuren of afbeeldingen niet snel en juist benoemen
- Het kind kan onzinwoorden niet goed correct nazeggen
Als deze risicofactoren aanwezig zijn en de leerling laag presteert op voorbereidende lees- en spellingtaken (die een beroep doen op automatisering) is dat een indicatie van mogelijke lees- en op spellingproblemen op latere leeftijd. [Druenen, Gijsel, Scheltinga, Verhoeven, 2012)